http://www.kerknet.be/admin/files/assets/subsites/6/foto_1265104881.jpg

 

Kerkfabrieken
Hoofdkerkstraat 3
9000 Gent
tel. 09/235.78.40

www.kerknet.be/bisdomgent

 

 

3. Huwelijken en uitvaarten

3.1        Ongeacht het uur van de dienst bedraagt het tarief van huwelijken en uitvaarten 240 €.

Dit bedrag wordt verdeeld zoals aangegeven in onderstaand schema.

Bedie-naars

Tarief

Mis-intentie

Casueel

Hulp-personeel

Kerk-fabriek

Parochie-kas

Diocesane

Solidari-teitsbij-drage

Voor-ganger

Gewijde bedie-naars

Organist

Koster

1

240 €

7 €

52 €

-

34 €

8 €

22 €

42 €

28 €

47 €

> 1

240 €

7 €

42 €

26 €

34 €

8 €

22 €

40 €

27 €

34 €

 

3.2        Voor de uitvaart van een kind dat de volle leeftijd van 7 jaar niet heeft bereikt, wordt geen vergoeding gevraagd.

 

3.3        Er wordt geen tariefverhoging toegepast voor de uitvaart van meerdere personen met één dienst of voor meerdere huwelijken met één dienst.

 

3.4        De pastoor bepaalt wie voorgaat in een kerkelijke dienst. De voorganger bereidt de dienst voor, gaat voor en houdt de homilie.

 

3.5        Wordt de homilie bij huwelijk of uitvaart gehouden door een andere persoon dan de voorganger dan ontvangt die persoon 12€ uit het voorgangerdeel.

 

3.6        Het aandeel casueel van de voorganger kan niet worden gecumuleerd met dat van “gewijde bedienaren behorend tot de parochie”.

 

3.7        Het aandeel “casueel gewijde bedienaren parochie” betreft het gedeelte dat naar de gewijde bedienaar (priester of diaken) gaat ongeacht of hij aan de dienst deelneemt (zonder voorganger te zijn) of niet.

Dit deel van het casueel komt toe aan de priester die als pastoor of parochieadministrator of parochievicaris voltijds werkzaam is in de territoriale pastoraal en aan de diaken overeenkomstig de in nr. 6 van dit decreet voorziene regeling.

De canonieke benoeming is bepalend om uit te maken ten overstaan van welke parochie of parochies de gewijde bedienaar aanspraak kan maken op dit deel van het casueel.

 

3.8        Zijn er meerdere gewijde bedienaren verbonden aan eenzelfde parochie dan wordt het “casueel gewijde bedienaren” in gelijke delen onder hen verdeeld.

 

3.9        Gewijde bedienaren met emeritaat hebben enkel recht op het aandeel voorganger.

 

3.10     Een voorganger die niet op grond van een benoeming aan de parochie verbonden is en aangebracht wordt door de familie of de huwenden, ontvangt geen “casueel voorganger”. Het aandeel van de voorganger komt in dat geval toe aan de parochiekas.

In geval van huwelijk of uitvaart zonder eucharistie komt het deel “misintentie” toe aan de parochiekas.

3.11     Wanneer op een parochie een categorie van rechthebbenden op casueel ontbreekt, komt het voor hen voorziene aandeel toe aan de parochiekas.

 

3.12     Indien het vastgestelde tarief te hoog zou zijn voor bepaalde gelovigen dan wordt het verminderd te beginnen met het afstand doen van het casueel van voorganger en gewijde bedienaren en van het aandeel voor de parochiekas en diocesaan solidariteitsfonds. Dit geldt ook wanneer de bijdragen van ziekenfonds, OCMW of andere instellingen niet volstaan om de volledige kost van een uitvaart te dekken.

 

Commentaar vicaris De Jonghe

3. Huwelijken en uitvaarten

3.1        Het “casueel pastoor” en “casueel onderpastoor” wordt afgeschaft.

 

3.2         Het recht van priester en diaken op een casueel inkomen n.a.v. huwelijk of uitvaart hangt nu af van het voorgangerschap of van de verbondenheid als gewijde bedienaar aan de parochie waar de kerkelijke dienst plaatsvindt.

 

3.3        Wat het voorgangerschap betreft: de effectieve voorganger van de dienst ontvangt het “casueel voorganger”. De voorganger is diegene die de dienst voorbereidt en voorgaat. Het is de pastoor die uitmaakt wie in welke dienst voorgaat.

 

De lijn doortrekkend dat het gaat om een vergoeding van wie effectief bij de dienst betrokken is, komt een vergoeding toe aan wie de homilie houdt indien de voorganger dit niet zelf doet. De vergoeding voor wie de homilie houdt wordt dan betaald door de voorganger uit zijn voorgangeraandeel.

Die lijn wordt ook aangehouden wanneer een beroep wordt gedaan op een voorganger die niet op grond van een benoeming aan de parochie is verbonden.

Dit is dan een vervangende voorganger. De vervanger ontvangt het “casueel voorganger” zoals vastgesteld voor een parochie met meerdere gewijde bedienaren. In dit geval hebben de pastoor of administrator en eventueel andere gewijde bedienaren verbonden aan de parochie recht op het “casueel gewijde bedienaren” of een deel ervan.

Er is slechts één uitzondering voorzien: de bedienaar die niet op grond van een benoeming aan de parochie is verbonden en die, met instemming van de pastoor, op vraag van de familie voorgaat in huwelijk of uitvaart ontvangt geen “casueel voorganger”. Het aandeel “voorganger” komt in dat geval ook niet toe aan de pastoor of andere gewijde bedienaren van de parochie; het gaat naar de parochiekas.

 

3.4        Wat de verbondenheid als gewijde bedienaar aan een parochie betreft: die verbondenheid komt tot stand door de benoeming en het moet gaan om een voltijdse opdracht voor de parochiepastoraal. De dekenale inzetbaarheid van priesters en diakens met opdrachten in de territoriale pastoraal heeft niet tot gevolg dat zij ten overstaan van alle parochies van het dekenaat een recht op “casueel gewijde bedienaren” kunnen laten gelden. De bewoordingen van de benoeming zijn bepalend om vast te stellen op welke parochies het recht op deze vorm van casueel inkomen geldt.

Voor elk van de diakens actief in de parochiepastoraal zal worden vastgesteld aan welke parochie zij op bijzondere wijze zijn verbonden. De diaken die recht heeft op het “casueel gewijde bedienaren” kan dit recht enkel laten gelden voor diensten gehouden op de aldus vastgestelde parochies.

 

3.4        Het recht op “casueel gewijde bedienaren parochie” geldt ongeacht of de rechthebbende bij de dienst aanwezig is of er op enige wijze bij betrokken was. De hoedanigheid van gewijde bedienaar verbonden aan de parochie volgens de in nr. 3.4 vermelde voorwaarden volstaat.

Het recht op het “casueel gewijde bedienaren” houdt op met het bereiken van het emeritaat (kerkelijk). Voor de diakens zal een algemene emeritaatleeftijd worden ingevoerd.

Een emeritus bedienaar die gevraagd wordt als voorganger heeft recht op het aandeel “voorganger” als vervanger.

 

3.5        Het “casueel gewijde bedienaren” kan nooit worden gecumuleerd met het “casueel voorganger”. Het “casueel gewijde bedienaren” kan worden gecumuleerd met de vergoeding voor een homilie (te betalen door de voorganger, nr. 3.3).

 

3.6        Zijn er op een parochie meerdere gewijde bedienaren benoemd dan wordt het “casueel gewijde bedienaren” in gelijke delen onder hen verdeeld.

 

3.7        Financieel zwakken. Er werd geen “sociaal tarief” voor huwelijk en uitvaart vastgesteld. Wat van financieel zwakken mag worden gevraagd, wordt overgelaten aan het oordeel van de pastoor of administrator. Wel moet ervoor gezorgd worden dat personeel en medewerkers ook betaald worden voor prestaties bij kerkelijke diensten waarvoor geen of een geringe financiële bijdrage wordt gevraagd. Voor begrafenissen ten laste van het OCMW wordt van het OCMW een vergoeding gevraagd.

 

3.8        Wanneer op een parochie een categorie van rechthebbenden op casueel ontbreekt dan gaat het voor hen voorziene deel naar de parochiekas.

In geval van een uitvaart of huwelijk zonder eucharistie gaat het “misstipendium” naar de parochiekas.